Het woord “opname” kan ik niet vinden in de concordantie. Het woord “oordeel” komt wel heel vaak voor? Wat betekent dat?
Antwoord 5: De opname (Grieks harpazo) wordt concreet genoemd in 1Tess 4:16-17. De opname is onderdeel van het eindoordeel.

Voor de wederkomst van Jezus zal de Antichrist tekeergaan. Hoe herken ik de Antichrist?

Antwoord 4: Johannes waarschuwt dat er vele antichristussen zullen opstaan. Dat is iedereen die je van Christus afhoudt. De Antichrist is volgens Openbaring een mens (Openb 13). Iemand die grote tekenen en wonderen kan doen. Iemand die zich voordoet als een engel van het licht. Iemand die door iedereen zal worden vertrouwd. Iemand die de oplossing brengt voor alle wereldproblemen. Iemand die de economie op orde brengt. Tot zover iemand die het volgen waard lijkt.
Hoe herken je de Antichrist?
De Antichrist zal meer dan waardering willen. Hij wil aanbeden worden. Hij zal Jeruzalem uitkiezen om aanbeden te worden. Hij zal alles wat christelijk is afwijzen. Hij zal het de christenen moeilijk maken. Hij zal God lasteren en belachelijk maken.
De Bijbelboeken Openbaring en Daniël zijn geschreven voor mensen die grote verdrukking meemaken van welke antichrist dan ook. De troost van deze boeken is: Jezus is overwinnaar en Hij neemt het op voor Zijn kinderen. Niemand kan ons scheiden van de liefde van God welke is in Christus (Rom 8:31-39).

Als bij de opname de doden en de levende gelovigen zijn opgenomen, welke tijd volgt dan voor de mensen die overblijven?

Antwoord 10: In deze vraag herken ik de visie van het Zoeklicht, de boekenserie “De laatste bazuin” en Frank Ouweneel. Zij geloven dat de opname voor de grote verdrukking is. In hun visie duurt de grote verdrukking 7 jaar en daarna volgt een 1000 jarig vrederijk. Ik meen dat met de opname het eindoordeel begint. Het 1000 jarig vrederijk is niet een aparte tijd van 1000 jaar. De term Vrederijk staat niet in Openb 20 (hooguit in een titel bedacht door de NBG). De 1000 jaar zoals beschreven in Openb 20 is volgens mij een beschrijving van het eindoordeel. De tronen die opgericht worden wijst op de tronen van de koning-rechters. De Satan die gebonden wordt zit in voorarrest voordat hij geoordeeld wordt.
Welke tijd volgt na de opname? De tijd van het oordeel en daarna het eeuwige leven waarin God alles in allen zal zijn.

Als we sterven gaan we naar de hemel. Wanneer Jezus weerkomt zullen wij bij Hem zullen. In de preek werd gezegd dat Jezus dan naar de aarde gaat voor het eindoordeel. Hoe moeten we dat zien? Eerst naar de hemel en vervolgens weer naar de aarde?

Antwoord 11: Wanneer we sterven zullen we bij God zijn. Toch ontvangen we pas een nieuw lichaam bij de opstanding van de doden wanneer Jezus terugkomt. De aarde komt in beeld omdat God ook de aarde wil redden en herscheppen. Met reikhalzend verlangen ziet de schepping uit naar het openbaar worden van de kinderen Gods (Rom 8). God heeft de wereld geschapen en ons lichaam geschapen. Het christelijk geloof is uniek door te zeggen dat het God niet alleen maar om onze ziel gaat, maar ook om ons lichaam. Iets van dat herstel werd al zichtbaar tijdens het leven van Jezus. Hij genas mensen geestelijk en lichamelijk. In Openbaring 22 zien we het nieuw Jeruzalem uit de hemel neerdalen op de aarde. De aarde is de plek waar het eindoordeel zal plaatsvinden. Maar het is ook de plek waar God onder mensen wil zijn. Kennelijk heeft God de aarde geschapen als plaats van ontmoeting tussen God en mens. Dat was al zo in het paradijs. Dat zal ook op de nieuwe aarde zo zijn.

Baseert Paulus zijn beweringen over de opname (1Tess 4) op profetieën of heeft hij dit zelf als profetie gekregen van God?

Antwoord 12: Wanneer Paulus spreekt over het einde zie je soms duidelijk dat hij het Oude Testament aanhaalt. 2Tess 2 is bijvoorbeeld een uitleg of zelfs preek bij Daniël 11. 1Tess 4 en 5 lijkt vooral aan te sluiten bij de woorden van Jezus uit Matt 24 en 25. Toch zijn er zoveel gedachten van Paulus uniek dat hij een en ’t ander rechtstreeks aan inzicht van de Heilige Geest ontvangen heeft.

Wat is de rol van Israël bij de wederkomst/opname ook wat betreft het aannemen van Jezus als Messias?

Antwoord 13: Rom 11 gaat in op de vraag hoe het zit met het heil van Israël (zie 2e handout uit de serie preken over de eindtijd).
Kort gezegd: Israël zal kort voor de wederkomst van Jezus tot geloof komen in Jezus als Messias (Ez 37, Rom 11). Zij zullen van God getuigen op bijzondere wijze (zie Openb 11). De hele wereld zal zich ergeren aan Israël. Het zal zelfs uitlopen op een eindstrijd. De hele wereld zal zich vertillen aan Jeruzalem. Dan zal Jezus zijn voeten planten op de Olijfberg en de satan binden. Jeruzalem zal opnieuw de stad van vrede worden waaruit de rivier van leven zal stromen.

Wat is onze opdracht in verband met de tekenen der tijden? (Let op de vijgenboom)

Antwoord 14: De vijgenboom is beeld van Israël (zie Psalm 84 en Matt 24). In Matt 24 zegt Jezus over rampen en oorlogen nadrukkelijk “dit is het einde nog niet”. Het uitlopen van de vijgenboom, dat is het herstel van Israël, is veeleer een teken dat het einde nabij is.
Onze opdracht: bid voor Israël en voor het herstel van Israël. Bovendien roept God ons om waakzaam te zijn. We weten niet wanneer Hij weerkomt. De boodschap van Matt 24 is: zorg maar dat Hij niet ongelegen komt.
Hoe doe je dat?
Matt 24 en 25 spreekt daarover in gelijkenissen. Over het gebruiken van je talenten. Over het omzien naar de arme, naakte en gevangene. Over zo leven dat je je niet hoeft te schamen als Jezus ineens vandaag terug zou komen.

Als je het hele verhaal over de eindtijd nu mist in je geloof, wat mis je dan?

Antwoord 15: De kern van het geloof draait om Christus en die gekruisigd. Het gaat om dat God ons heeft gemaakt en gewild. Het gaat om verzoening door Christus. Het gaat om discipelschap. Mis je dat, dan mis je de kern van ons geloof.
Het verhaal over de eindtijd kan je troost bieden. God biedt een kijk op de toekomst, zelfs als het moeilijk wordt in deze wereld. God biedt hoop voor de toekomst en leven. Kijk op de eindtijd betekent een geweldige verrijking voor ons geloof.

Tijdens een schoolonderzoek heb ik o.a. gezocht naar het onderwerp: Hemel.
In de Bijbel heb IK niets kunnen vinden over onze mogelijke opname in DE HEMEL. Zeker niet zo letterlijk in de Schrift als jij aangeeft de Schrift te lezen. Wel over onze thuiskomst in het nieuwe Jeruzalem, op de nieuwe aarde.
Kun jij mij een juiste richting geven?

Antwoord

1) Waar vind ik iets over de opname in de hemel? De manier van zoeken is niet per se dat je in een concordantie bij het woord hemel zoekt. In 1Tess 4:16-17 staat heel letterlijk dat we Jezus tegemoet gaan in de lucht op de wolken (vergelijk Hand 1:6). Hier wordt het woord hemel niet gebruikt. Dat is niet verwonderlijk, want de bestemming is niet de hemel, maar de aarde. Want daar volgt het eindoordeel. Het einde wordt dus ingeluid met de wederkomst van Jezus. Wie in Christus ontslapen is zal opstaan en een nieuw lichaam krijgen. Wie nog leeft en in Hem gelooft verandert in een oogwenk van lichaam en krijgt een hemels onvergankelijk lichaam. Samen gaan we Hem tegemoet in de lucht. Daarna volgt het eindoordeel. Die vindt volgens Openb 20 plaats op aarde. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat in die tijd hemellichamen wankelen en heel de schepping vernieuwd wordt. Geen steen blijft op de andere. Alles zal veranderen. Na het eindoordeel zullen we in het nieuw Jeruzalem wonen. De opname is dus maar een onderdeeltje van het eindoordeel. Het nieuw Jeruzalem is het toekomstperspectief.

Hoe moet ik de tekst van 1 Petrus 3: 18 - 20 samen met 1 Petrus 4: 6 lezen?
Ik lees hier dat de Geest ook de doden bezocht om hen alsnog het evangelie te verkondigen.

Antwoord
2) 1Petr 3:18-20 en 1Petr 4:6…
Je vraagt naar een van de meest raadselachtige verzen uit de Bijbel. Ik ben er zelf ook niet helemaal uit.
Het lijkt erop dat de tekst spreekt over de tijd tussen Goede Vrijdag en Pasen. De tijd tussen Jezus’ sterven en nederdaling ter helle (zie geloofsbelijdenis) en de opstanding. Al in de vroeg kerkgeschiedenis worstelden de bijbeluitleggers met dit Bijbelgedeelte. Clemens van Alexandrië (leefde ongeveer 200 n.C.) geloofde dat Jezus in Zijn nederdaling ter helle redding bracht aan de overledenen die ten tijde van Noach leefden. Augustinus (leefde ongeveer 400 n.C.) geloofde dat Jezus al redding aankondigde in de tijd van Noach zelf. Jezus leefde immers als voordat Hij mens werd. Weer anderen geloven dat hier een soort redding klinkt voor gevallen engelen (geesten). Dat past niet bij 1Petr 4:6, maar de doden van 1Petr 4 en de geesten van 1Petr 3 hoeven niet dezelfde te zijn. En dit zijn nog maar 3 verschillende visies.

Voorlopig leef ik met de volgende overwegingen bij deze teksten:

· 1 Petrus is geschreven aan mensen die werden veracht en vervolgd om het geloof. De centrale boodschap van Petrus is: In verachting en vervolging zijn de leerlingen van Jezus niet meer dan hun meester. Blijf Jezus volgen en wees tot zegen voor je vervolgers ook al begrijpt de wereld niets van onze levenswandel met God.

· 1Petr 3:18 laat het voorbeeld van Jezus zien. Ook Hij werd veracht, ja zelfs gedood. Maar net als Hem zullen wij de opstanding en overwinning proeven. (vers 22)

· Net als in de tijd van Noach (vers 20) zal de wereld niets begrijpen van degene die met God wandelt. De wereld begreep Noach niet. De wereld begrijpt christenen niet.

· Het beeld dat hierbij past is het water van de doop (vers 21). Het water van Noach betekende dood voor de wereld en leven voor Noach. Het water van de doop betekent de dood voor de oude mens en nieuw leven voor de kinderen van God. Met Christus sterven wij immers. Met Hem zullen we ook opstaan ten leven.

· In vers 19 wordt dit alles verkondigd. Wat precies? De overwinning. Juist Christus die veracht is, is opgestaan. Juist de christenen die veracht worden, zullen het eeuwige leven beërven en zo overwinnen.

· Aan wie wordt dit verkondigd? Aan de geesten (vers 19), aan hen die ten tijde van Noach weigerden te gehoorzamen (vers 20).
Ik vind het meest aannemelijk dat het hier om gevallen engelen gaat. Waarom?

o Op meer plaatsen in de Bijbel worden geesten genoemd en daar gaat het duidelijk om engelen (Mat 8:16, Luk 10:20, Ef 2:2, Heb 1:14). Als het gaat om gestorven mensen dan gebruikt 1Petr 4:6 een ander woord, namelijk doden (Grieks nekroi).

o Geesten wordt hier niet verder aangeduid wat elders in de Bijbel wel gebeurt als het om mensen gaat. Zo spreekt Hebr 12:23 bijvoorbeeld over de geesten van rechtvaardigen.

o De tegenpool wordt ook genoemd in dit gedeelte in vers 22, namelijk de gehoorzame engelen, machten en krachten. Kennelijk maakt Petrus het plaatje compleet.

o Elders schrijft Petrus dat engelen die gezondigd hadden in een afgrond bewaard worden tot het oordeel (2Petr 2:4) Ook daar spreekt hij over de tijd van Noach. Ook in Openb 20:7 lezen we dat de Satan voor 1000 jaar gevangen wordt gehouden.

· Toch laat de tekst uit 2Petr 2 ook zien dat Petrus ervan uit gaat dat mensen gevangen kunnen zitten tot het oordeel komt (2Petr 2:9).
Net zoals we geloven dat overleden christenen bij God zijn in de hemel/paradijs, zo spreekt de Bijbel ook over een plaats van bewaring voor de mensen die gescheiden leven van God. De rijke man was op een plek, maar duidelijk gescheiden van de arme Lazarus die in de armen van Abraham troost vond.

· Misschien is de belangrijkste vraag wel: Stel dat het toch mensen zijn, is de verkondiging van het evangelie aan hen ook meteen een mogelijkheid tot bekering? Ofwel kunnen ongelovige doden toch nog tot bekering komen en gered worden?

o Ik denk niet dat Petrus dat hier zegt.

o De verkondiging in vers 19 lees ik als een soort overwinningsroep: “Zie wel, Jezus is overwinnaar. Zie wel, ook al ging Hij de weg van het lijden en sterven, Hij is overwinnaar. Zie wel, ook al vervolg je en vermoord je christenen, zij gaan de weg van Christus en dus de weg van de overwinning.” Waarom Noach erbij gehaald? Voor hem gold hetzelfde. Jarenlang (120 jaar) leek hij een doodlopende weg te bewandelen. Wie bouwt er nu een ark op het droge. 120 jaar lang werd er geen dreiging gevoeld. Pas toen de zondvloed kwam, wist men dat Noach al die tijd gelijk had gehad.

o Wat hier verkondigd wordt is dus geen oproep tot bekering. Hij is gegaan om “dit alles” te verkondigen. Wat is “dit alles”. Alles wat in vers 18 staat.

· Hoe zit het dan met 1Petr 4:6?

o Daar is de tijd van belang. Er staat: “het evangelie is verkondigd geworden”. Dat is verleden tijd. Het is al gebeurd in het verleden. Toen de mensen nog leefden klonk ook voor hen het reddende evangelie. Daarom zullen zij zich moeten verantwoorden voor de rechtertroon (vers 5). Levenden en doden worden beoordeeld. Aan de levenden wordt nu het evangelie verkondigd. Aan de doden is in het verleden het evangelie verkondigd. Allemaal met hetzelfde doel, namelijk dat ze in de geest bij God kunnen leven ook al worden ze op aarde door mensen veroordeeld. De context is dat de christenen in de tijd van Petrus veroordeeld werden door de mensen. Ja zelfs ter dood veroordeeld. Maar in de geest zullen ze leven, zegt Petrus, omdat God Zijn kinderen niet veroordeeld, maar leven geeft.

· Kortom ik denk niet dat er na dit leven nog een moment van bekering mogelijk is. De genadetijd is nu. De tijd dat mensen tot bekering kunnen komen is nu. En iedereen zal vroeg of laat de overwinning van het lam moeten erkennen (Fil 2:11).