Ik had een idee en dat werd volledig anders maar zeer interessant. Bijvoorbeeld het rollen van het geld kwam pas aan het einde van de presentatie waar Jezus het geld van de geldwisselaars over de grond laat rollen en de zilverlingen van Judas. En over uitgeven ging het helemaal niet.
Maar laten we beginnen bij het begin. Peter opende de morgen met het lezen van Lucas 16: 1-13 waarmee hij de heer Bouwmeester uitnodigde om deze tekst te verklaren.
Helaas had de heer Bouwmeester hier, in deze presentatie, geen antwoord op. Na het openingsgebed nam de heer Bouwmeester de morgen over. In de presentatie ging het niet zozeer over het goed of fout gebruiken van geld maar meer over de soorten munten die er in het Oude en Nieuwe Testament voorkomen. Daarbij werden een aantal punten extra onder de aandacht gebracht die, de Bijbel lezend, wat vragen oproepen.
Omdat er in diverse vertalingen verschillende termen worden gebruikt ging deze presentatie uit van de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap van 1951. De eerste munten ontstaan circa 600 jaar voor Christus. Koning Alytta uit Lydia komt met de eerste munt, de Trite. Met dat als uitgangspunt kan de Sjekel in het Oude Testament geen munt zijn maar een gewicht. Pas in 65 na Christus kan de Sjekel als munt in gebruik zijn.
Ongeveer 500 jaar voor Christus ontstaat in Griekenland de Drachme. Daarna komt in het Romeinse rijk de Denarius. Naast deze Denarius bestaat er ook een Tyrische tetradrachme. Deze tetradrachme is zeer gewild omdat hiervan het zilvergehalte bijna gegarandeerd was, hetgeen van de andere munten nauwelijks te zeggen valt. Naast de Griekse Drachme ontstaat een Israëlische Drachme. De reden hiervan is dat op de Griekse Drachme vaak een mens of dier afgebeeld stond. Dit was tegen het Joodse geloof omdat men geen beeltenis van iets mocht maken. Op de Israëlische Drachme stond dan ook vaak een teken of de zevenarmige kandelaar. Via dit gegeven zijn we aangekomen bij de geldwisselaars op het tempelplein. Als men zijn muntenoffer wilde brengen kon dat dus niet met een vreemde munt maar moest die gewisseld worden voor een Israëlische Drachme (munt). Dat de geldwisselaars ook nog wat extra’s voor zich zelf hielden is natuurlijk een eeuwenoud gebruik dat nog steeds voortduurt. Via de Drachme, Chalkos, Lepton en Denarie, As en Quadrans kwamen we bij de Talent.
Nog wel even de Denarie aangetipt. Een Denarie was het dagloon voor 12 uur werken. Even wat getallen. 1 Talent = 6.000 Drachmen = circa 20 jaarlonen. Een Talent is een hoeveelheid geld en géén munt. Met de Talent gaf de heer Bouwmeester een zeer aansprekend voorbeeld van tekstverklaring uit Matteüs 18: 23-30. De schuld tussen de koning en de dienaar, 10.000 talent = 200.000 jaarlonen, en de schuld tussen dienaar en dienaar, 100 denarie = 100 daglonen. Als we onze onderlinge schuld niet kunnen oplossen hoe kunnen we dan de schuld met de Koning inlossen? Maar gelukkig hoeven wij dat niet, wij zijn er door Hem van verlost.
De presentatie was inhoudelijk erg goed maar ook zeer professioneel gemaakt. Via teksten, beelden, ingelaste stukjes film en goede uitleg kwamen we zonder onderbrekingen aan een heel mooi eind. Kijk hieronder of klik hier voor de presentatie.
De morgen werd afgesloten met het zingen van enige verzen uit psalm 119.
De laatste inloopochtend van dit jaar staat al weer voor de deur. Een inloopochtend in het teken van de Kerst. Mevrouw J.E. van Rees uit Nieuwegein zal ons verblijden met ‘Het Kerstverhaal op rijm’. Voor deze morgen vraag ik iedereen echt op tijd aanwezig te zijn en zich ervan bewust te zijn dat mevrouw Van Rees zonder pauze de ochtend zal vullen. Op ieders aanwezigheid wordt natuurlijk gerekend!
Namens de inloopochtendcommissie,
Peter van der Laarse