• Banner Welkom in De Rank
  • Liturgisch centrum De Rank, wit

  • Liturgisch centrum De Rank, paars

Tijdens de inloopochtend van 10 april hebben wij niet een volledige Pesachmaaltijd gehouden maar gehoord en ondervonden wat de liturgie van de maaltijd betekent.

De ochtend was geheel in handen van Menno Zandbergen. De inloopochtendcommissie had alles voorbereid en de tafels gedekt. Zoals het hoorde waren alle stoelen bezet met uitzondering van de stoel voor Elia.
Om te beginnen even een korte vertaling van een aantal woorden. Pesach is Pasen, Haggadah is vertelling en Seder is volgorde. Hieruit valt al op te maken dat de pesachmaaltijd gebonden is aan een vooraf bepaalde volgorde en dat er vertellingen plaatsvinden. Menno had een voorbeeld gemaakt van de liturgie met daarbij twee tekeningen die precies de loop van de maaltijd weergeven. Duidelijk is hierop te zien wanneer er gegeten, gelezen en gedronken wordt en wanneer de handen worden gewassen.

Na het lezen van Exodus 12:40-42 en Matteüs 26:17-18 worden de kaarsen aangestoken. Deze taak werd vervuld door Riet Teekens. Hierna werd de maaltijd begonnen.

Na de eerste beker (bij ons eerste slok uit het glas) en het wassen van de handen (dopen van vingers in een kom met water) werd de groene groente gegeten. Selderij of peterselie gedoopt in zout water. In vroegere tijden werd hiervoor hysop gebruikt. Dan komt het breken van de middelste matze, de Afikoman. Op de tafel van Menno lagen drie matzes in een doek gewikkeld. De middelste matze verwijst naar de Middellaar. Deze Afikoman wordt niet alleen gebroken en begraven (verstopt) maar staat ook weer op. Aan het einde van de maaltijd mogen de kinderen deze matze opzoeken. Nu vindt de vertelling van de uittocht uit Egypte plaats. De jongste mag hierbij eerst de vier waarom vragen stellen. Margreet Zandbergen nam de honneurs van de jongste waar.

Met de tweede beker (voor ons nog hetzelfde glas) symboliseerden we de tien plagen. Steeds werd na het noemen van een plaag een vinger in het glas gedoopt en lieten we de druppel op het servet vallen. Hierna wordt het volledige Exodus verhaal gelezen, wordt psalm 113 gezongen en wordt er opnieuw gegeten. Bij ons was er radijs (helaas geen mierikswortel is bitter kruid), een half ei (baytzah) en charoset. Charoset is een zoet bruin mengsel dat herinnert aan de klei waarmee de tichelstenen werden gebakken. De baytzah wordt gedoopt in zout water (de tranen van lijden en zonde) en dat verbeeldt het oog van God op ons en nieuw leven. Nu wordt Matteüs 26:21-23 gelezen.

Het hoofdgerecht, de zeroa is lamsbout, was zeer symbolisch en alleen voor Menno. Na het zingen van de  psalmen 136 en 116 gaan in het echt de kinderen de Afikoman zoeken. Wij sluiten de ochtend af met: “en Hij nam een brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het hun, zeggende: Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis.” Baruch ata Adonai Elohenoe melech haolam.

Ik durf te stellen dat deze Inloopochtend door iedereen zeer werd gewaardeerd en zeker een geweldige afsluiting vormde van dit seizoen dankzij de wijze waarop Menno zijn presentatie heeft gehouden, daarvoor hebben wij hem dan ook een aardigheidje gegeven.

Over de uitloopmorgen van de Inloopochtend zal ik in de volgende Kompas iets schrijven.

Namens de inloopochtendcommissie,
Peter van der Laarse