• Banner Welkom in De Rank
  • Liturgisch centrum De Rank, wit

  • Liturgisch centrum De Rank, paars

Een ‘halve’ liturgie
In mijn herfstvakantie verbleef ik in een klooster. De nonnen aldaar staan in de benedictijnse traditie, wat onder meer betekent dat er veel tijd voor gebed en lezen in de Bijbel is. Zes maal per dag komen zij en hun gasten samen. Op de deur van de kapel trof ik de volgende mededeling: we houden onze mond gesloten; we zingen met ons hart. Mooi gevonden, maar het viel me zowaar niet mee!
Zes keer per dag naar de kerk en niet mogen zingen. Het is ondertussen een gedeelde smart.

Het dringende advies om de monden gesloten te houden als er een liedtekst voorbijkomt waarop we het liefst zouden aanhaken, volgen we knarsetandend op. Doen we nog iets met onze mond. Leuk is het niet. 

We ontdekken wat we al wisten: zingen hebben we nodig om ons geloof te uiten. Gemeentezang neemt ons mee en voert ons naar de geheimenissen van het Evangelie. Met zang uiten we niet alleen ons geloof, we ‘innen’ het ook. We zingen de geloofswoorden naar binnen en worden zo gesterkt. Dit nu, missen wij. En met het hart zingen, waartoe de nonnen mij oproepen, dat wil nog niet echt lukken. Ik heb gemerkt hoezeer zingen een lijfelijk gebeuren is. De beweging van mijn kaken, de trilling van mijn tong, het inspannen van mijn longen, het ademhalen, dit alles (en vast nog wel meer) maken dat ik al zingend betrokken ben. Niet mogen zingen maakt van mij een toeschouwer. 

Wat blijft er dan van de liturgie over? Vorige week las ik woorden van een profeet, opgetekend in het Jesaja boek, het 55e hoofdstuk

_________________

Zoals regen of sneeuw
neerdaalt uit de hemel
en daarheen niet
terugkeert
zonder eerst de aarde
te doordrenken,
haar te bevruchten en
te laten gedijen,
zodat er zaad is om te
zaaien
en brood om te eten –
zo gaat het ook met de
woorden die uit mijn
mond komen.
Ze komen pas weer bij mij
terug als ze hun
doel bereikt hebben.
Mijn woorden komen pas
terug als ze ook daden
geworden zijn.

_________________

Wat blijft er dan over van de liturgie?
Dit namelijk, dat de woorden van de
  Heer blijven komen? Dat zijn spreken niet stagneert? De woorden Gods blijven neerdwarrelen als sneeuwvlokken. Dat belooft wat: zoals water de aarde doordrenkt, bevrucht en laat gedijen, zo zal dat ook gaan met de woorden die uit de mond van de Heer komen. 

Een liturgie zonder gemeentezang is een ‘halve’ liturgie, maar nog steeds liturgie. De woorden van God laten zich door geen maatregel of virus inperken. Een liturgie zonder gemeentezang dreigt van ons toeschouwers te maken. De woorden van de Schrift houden ons betrokken. We bidden daarom niet alleen om volharding wanneer we het zonder gemeentezang moeten uithouden. We bidden ook om ontvankelijkheid om Gods woorden hun werk te laten doen in de aarde van onze ziel.

ds. Harald Overeem